De fundering is in Flevoland en dus in Oosterwold moeilijk.    Door de inklinking van de grond, de grilligheid van de zandlagen kun je niet zomaar een plaat beton neerleggen zoals in gebieden waar je direct op het zand zit. Je zult dus moeten heien. Vanuit de sonderingen heb je hier een funderingsadvies voor nodig.   In dit advies staat populair gezegt hoe lang en dik de heipalen moeten zijn. Nu was de gemeente Almere heel streng voor wat betreft de funderingen.  Voor de "zekerheid" moesten er meer palen geheid worden dan eigenlijk nodig is.  Initiatiefnemer Rien de Rijke heeft dit aangekaard bij de gemeente en heeft het voor elkaar gekregen dat er voor particuliere opdrachtgevers een ander regiem geld. Je mag minder, of minder lange palen gebruiken, mits je per paal tijdens het slaan opmeet, bekijkt of deze inderdaad de gewenste draagkracht bereikt.  Dit is anders dan gebruikelijk en hiermee moet de opsteller van het funderingsrapport dan ook rekening mee willen houden.   In eerste instantie heb ik een funderingsrapport gekregen middels een combideal met de sondeerder.   De opsteller van dit rapport wilde hier geen rekening mee houden en adviseerde heipalen van 20 meter lang.   Met de relatief lichte houten woonschuur voelde dat voor mij niet goed.   Ik heb contact gezocht met andere initiatiefnermers en hier zaten toch wel opmerkelijke veschillen. Uit het archeologisch onderzoek bleek dat het dekzand op de plek van mijn woonhuis best wel hoog lag. (geel/groene kleur).  Ik had gehoopt dat ik door juist hier te bouwen ook minder lange palen nodig had.  Dit bleek ook zo te zijn.  Mijn zus die in een donkerblauw gebied zit heeft ook inderdaad langere palen nodig. 

Ik heb een nieuwe fundatieadvies laten opstellen bij een ingenieursbureau die wel rekening wilde houden met de gewijzigde eisen van de gemeente.   Met dit rapport kwam ik op palen van 6 meter lang.   Een stuk korter en hierdoor veel goedkoper in aanschaf en in het heien zelf.  Hieronder het heiplan zoals het onder mijn woonschuur gaat komen:

 palenplan palenplan lijst 

 

In eerste instantie had ik een traditonele fundering bedacht, een betonnen rand met hierop stevig geisoleerde kanaalplaten.  Om de isolatiewaarde tussen muur en fundering zo laag mogelijk te maken heb ik een hele tijd zitten puzzelen over hoe ik dit nou het beste kan doen.  Gaandeweg het proces werd ik gewezen door een andere initiatiefnemer op kruipruimteloos bouwen.   Dit is een relatief nieuwe manier van bouwen en heeft diverse voordelen.   Onze tradionele manier van bouwen met kruipruimtes stamt nog uit de tijd dat de vloeren van hout waren en belucht moesten worden.  Maar tegenwoordig met al het beton en kunststof isolatie hoeft dit niet meer.  Een ander uitgangspunt wat ik heb, is dat ik zoveel mogelijk zelf wil doen.  Zeker de werkzaamheden die nauwkeurig moeten worden uitgevoerd zoals de isolatie en het luchtdicht maken.  Bij een fundering met kruipruimte zit de isolatie onderaan de kanaalplaten.  Deze worden door de bouwer neergelegd en eventuele beschadigingen of ongewenste koudebruggen zijn achteraf moeilijk te repareren.   Wat ik heb bedacht is een vlakke betonnen vloer, direct op het zand en de funderingsbalken gestort.  Op deze vloer kan ik daarna zelf de isolatieplaten leggen, het lucht en waterdicht afdekken en hierna de afwerkvloer laten storten. 

 

aansluiting kruipruimte  aansluiting kruipruimteloos 
 MET KRUIPRUIMTE  KRUIPRUIMTELOOS

 

De aansluiting van de muren en de fundering blijft een moeilijk onderdeel.  Ik wil de houten muren van de woonschuur laten rusten op een rij bakstenen.  Het probleem hierbij is dat de isolatiewaarde van de bakstenen veel minder is dan die van de geisioleerde muur en veels te weinig om een koudebrug te voorkomen.   Ik heb het opgelost met twee oplossingen.  De eerste oplossing is het verhogen van de vloer. Als ik nou zorg dat de vloer gelijk is met de bovenrand van de bakstenen, dan kan ik de isolatie van de vloer gedeeltelijk gebruiken voor de onderkant van de muur.  De tweede oplossing is om de dubbelsteensmuur aan de binnenkant te voor zien van isolerende stenen.  In eerste instantie had ik hiervoor foamglas genomen.  Dit is echter heel duur.  De aannemer adviseerde mij om hier gasbeton voor te nemen.  Dit isoleert welleswaar iets minder, maar is stukken goedkoper. 

 

De isolatie op zich is ook een onderdeel waar je over na kan denken.  Eén van mijn uitgangspunten is om gebruik te maken van natuurlijke materialen en zo weinig mogelijk van materialen met een petrochemische oorsprong.  Dit met het ook op duurzaamheid en met het oog op het binnenmillieu. Ik wil niet wonen in eventuele schadelijke dampen die hiervanaf kunnen komen.   Voor de fundering wordt het nu wel lastig.  De isolatie moet behalve goed kunnen isoleren ook vochtbestendig zijn en een hoge draagkracht hebben.  Vlaswol, wat ik voor de muren ga gebruiken valt hiermee af.   Er zijn oplossingen met een dikke laag foamglaskorrels of keramische korrels die onder de fundering gestort kan worden. Maar dan moet het door de aannemer gedaan worden. En er blijven koudebruggen aanwezig.   Ik heb voor de vloer dan ook als uitzondering gekozen voor PIR platen.  Deze zijn als B keus relatief goedkoop te verkijgen en kan ik zelf op de funderingsvloer leggen.  Deze platen isoleren heel goed en kunnen een hoge druk aan. Ik ga twee lagen van ieder 10cm dik op de vloer leggen en hierna wordt het afgedeckt met een damp en luchtdichte folie.   Door de dampdichte folie hoop ik te voorkomen dan eventuele giftige of in ieder gevals slechte dampen van de isolatie in de leefruimte terecht komen.    Op deze folie wordt dan een 10cm dikke afwerkvloer gestort. 

Het uiteindelijke peil van de beganegrondvloer komt op -3,75m NAP en is hiermee 25cm hoger dan de omliggende verharding die op -4.00 NAP komt.  Hiermee komt het hout van de muur voldoende vrij van de grond te liggen en heb ik een voldoende reserve voor het overstromen van het huis bij hevige wateroverlast.  Ter hoogte van de deur komt de straat iets hoger te liggen.  Dit om te voldoen aan de toegankelijkheidsregels van het bouwbesluit.